Paul van den Aardweg
De voorstelling
Als ik aan kunst denk....
Nieuwsgierig naar alles en iedereen om me heen, toon ik mijn wereld en leg vast wat me drijft. Als bollenstreker ben ik bezig mezelf te pellen. Laag voor laag kruip ik tevoorschijn en kijk in de spiegel van kunst. Vanaf de kleuterschool met vingerverf tot aan academisch etsen en van naakt studies tot aan landschap, stilleven, olie, acryl, houtskool en beeldhouwen, ben ik aangeland bij het schrijven van korte verhalen (ego documenten) en het snijden in linoleum.
Woorden geven me ongelimiteerde vrijheid. Het gaat me om de vorm en de verbeelding. Afdrukken van een linoleumsnede (zwart/wit) geven harde grenzen. Woorden creëren het onbegrensde. Toen ik begin jaren 80 het werk van Anton Heyboer leerde kennen, zijn vrijheid voelde, omarmde ik zijn werkwijze. Kunst als bestaanscriterium. Het enige ventiel wat lucht geeft aan de spanboog van bestaan.
Ook al ben ik nergens zeker van, een twijfelkont en onrustig, vaak niet thuis ben tussen grote menigten en nogal provocatief mezelf kan beschermen, schuw ik de aandacht niet. Beter struikelend voorwaarts dan stilstaand en liever verteld dan gezwegen. Kunst als leidraad.
En als ik niet aan kunst denk, doe veel samen met mijn vrouw, drink graag een biertje, lees, wandel, zet koffie, kijk film, kook graag en kan makkelijk een avondje op de bank zitten.